BOEKEN/MAGAZINES

Botic van de Zandschulp
Na een sensationele US Open is Botic van de Zandschulp de top100 binnen gestormd. De man uit Veenendaal klom door zijn kwartfinaleplek, vanuit de kwalificaties, van de 117e naar de 62e positie op de wereldranglijst. Daarom siert hij logischerwijs het septembernummer van TENNiS Magazine, waarin onder andere ook wordt stilgestaan bij het Golden Slam van rolstoeler Diede de Groot.

Djokovic maakt geen vrienden
Er werd van maart tot augustus geen bal geslagen vanwege de coronapandemie. Toch heeft de redactie een uitgebalanceerd extra dik zomernummer van TENNiS Magazine gemaakt. Daarin is ruimte voor de impact en de gevolgen van Covid-19 maar ook voor nieuwe initiatieven, Wimbledon in de vorm van een quiz, een energieke ondernemer uit Etten-Leur en andere, positieve, zaken.
’s Werelds nummer 1, Novak Djokovic, kreeg de schijnwerpers ten volle op zich gericht. Hij haalde in de tennisloze periode vreemde capriolen uit. De Serviër organiseerde zijn eigen Adria Tour zonder de coronamaatregelen in acht te nemen. Met alle gevolgen van dien. Zelf raakte ‘Djoker’ ook besmet. Hij betuigde spijt maar dat kwam een beetje laat. Te laat, volgens vele van zijn collega’s.
Verder ook een verhandeling over tennis en kunst door de eeuwen heen. De racketsport is door diverse – niet de minste – schilders op het doek vastgelegd.

Kiki Bertens uitgegroeid tot wereldtopper
Sinds Betty Stöve eind jaren zeventig heeft Nederland niet meer zo’n tennisvedette in huis gehad als nu Kiki Bertens. De Westlandse blondine werd in mei 2019 de beste Nederlandse speelster ooit door na winst in het prestigieuze toernooi van Madrid naar de vierde plaats op de wereldranglijst te klimmen. Daarmee werd ze de hoogst genoteerde Nederlandse speelster ooit.
En haar ster lijkt nog steeds rijzende. Onder de bezielende leiding van coach Raemon Sluiter zet zij op 27-jarige leeftijd stap voor stap richting Grand Slam-finales, de nummer 1-positie en zelfs Grand Slamtitels. Dat is toch het hoogst bereikbare voor een tennisprof.
En dan te bedenken dat zij in het najaar van 2017 door twijfels overmand, wilde stoppen. Het kan vreemd lopen

Tennis Cursus (1984)
Als niet onverdienstelijk tennisspeler en beginnend sportjournalist kreeg ik van uitgeverij Elmar in Delft in 1983 de kans een boekje te schrijven over mijn sport. De techniek moest worden beschreven als hoofdbestanddeel van het boek, dat onderdeel uitmaakte van een reeks van sportboeken.
Nu had ik het tot B-speler geschopt, maar ik had geen papieren om les te geven. Daarom heb ik de hulp ingeroepen van een goede vriend, die wel over een diploma beschikte. Ik weet nog, hoe lastig het was om een slagbeweging in woorden te vatten en dan wel zo, dat de lezer ook begreep wat ik bedoelde. Verder bevat het boekje een beknopte geschiedenis van tennis en een aantal rek- en strekoefeningen, die helpen bij de voorbereiding op een training of wedstrijd.
Ook de effecten, die je een bal kunt meegeven, komen aan bod. Illustraties en fotomateriaal hielpen echter om de techniekcursus goed over te brengen.

Schaatsen met Hein Vergeer (1987)
Hein Vergeer regeerde in 1985 en 1986 de schaatswereld. De Zuid-Hollander uit Haastrecht was heersend wereldkampioen allround en vond het een leuk idee om aan de hand van zijn techniek een schaatsboek te maken. In de voorbereiding op het nieuwe seizoen kwam hij ongelukkig ten val en het niveau dat hij in ’85 en ’86 had tentoongespreid, zou hij nooit meer halen.
Dat wisten Hein zelf, fotograaf Soenar Chamid en mijn persoon evenwel op dat moment ook niet. Naar later bleek zou de blessure die hij aan de val had overgehouden de weg naar meer successen blokkeren.
Niettemin verscheen het boek, waarin Hein en ik diens vloeiende techniek in woord en beeld uit de doeken doen. Omdat hij ook columnist was voor De Telegraaf, het dagblad waar ik lange tijd voor heb geschreven en ik zijn ghostwriter was, konden wij tussen de zware trainingen en blessurebehandelingen door tijd vinden voor de foto- en praatsessies, die een dergelijk boek nu eenmaal vereist.

De Slag om de Grand Slams (2001)
In mijn loopbaan als sportjournalist heb ik onder andere 36 Grand Slam-toernooien verslagen. Ik reisde dertien keer af naar Wimbledon, de heilige grond voor elke tennisprof, net zo vaak naar Roland Garros, in mijn ogen het mooiste tennistoernooi ter wereld, acht keer naar de US Open en twee keer naar Down Under voor de Australian Open.
Uitgeverij BzzTÔhh in Den Haag vroeg me een boek te maken over de inside tenniswereld. Wat gebeurt er achter de schermen? Welke verhalen zijn wel opgetekend maar nooit in de krant verschenen?
Dat soort verhalen heb ik gebundeld in De Slag om de Grand Slams, een boek dat gretig aftrek heeft genomen, maar inmiddels alweer enige tijd geleden is verschenen. Ik beraad mij op een vervolg, want een aantal kolderieke, ingrijpende en bizarre verhalen waar ik tegenaan liep, is nog nooit opgeschreven.
De Slag om de Grand Slams verhaalt onder meer over Jeff ‘Psycho’ Tarango. Een uiterst intelligente Amerikaan, die echter eenmaal op de baan kon veranderen in een muggenzifter en een lastig sujet. Die ook een vrouw had met losse handjes en die op Wimbledon een keer een umpire een pets verkocht. Of over Brenda Schultz, die het goed deed in de mixed, maar wier dubbelpartner (Murphy Jensen) ineens verstek liet gaan. Hij bleek te trein te hebben genomen om ergens een vishengel uit te gooien….
Er zijn nog meer van dit soort verhalen, die ik graag nog eens zou publiceren.

Rijden met Vierkante Wielen (2005)
De titel van dit boek is een verwijzing naar wijlen Gerrie Knetemann. Als hij op de fiets niet vooruit te branden was, oordeelde de Amsterdamse ex-wereldkampioen op de weg ‘met vierkante wielen te hebben gereden’.
Dit boek is opgebouwd uit termen, uitdrukkingen en bijnamen in de grootste vijf sporten in Nederland en dan heb je het over voetbal, tennis, wielrennen, schaatsen en golf. Het biedt een overzicht van de populairste termen in deze takken van sport. De sport heeft een eigen vakjargon en mensen, die met sport en taal bezig zijn kunnen hiermee hun hart ophalen.
Het boek is rijkelijk geïllustreerd door Bert Witte, de cartoonist die helaas niet meer onder ons is. Hij werd vooral bekend door zijn dagelijkse spotprenten in het Stan Huygens Journaal in De Telegraaf.

50 jaar Dutch Open Tennis (2007)
Ter gelegenheid van de vijftigste editie van the Dutch Open heb ik een jubileumboek samengesteld van het destijds oudste tennistoernooi op gravel ter wereld, dat onder de vlag van de ATP (Associatie van Tennis Professionals) werd georganiseerd. Ik ben verantwoordelijk geweest voor de conceptontwikkeling tot en met de eindredactie en alles wat daar tussenin ligt.
De Internationale Tenniskampioenschappen van Nederland, zoals de officiële titel van het evenement luidde, begonnen al in 1957 op het vermaarde tennispark van HLTC ’t Melkhuisje in Hilversum. Ladislav Legenstein was de eerste winnaar op het gemalen baksteen; in 1994 zegevierde de Tsjech Karel Novacek als laatste op ’t Melkhuisje. Het evenement verkaste naar Amsterdam (Amstelpark) en vervolgens naar Amersfoort (De Bokkeduinen) en werd in 2008 voor het laatst gehouden.
Tom Okker (vier keer) en Martin Verkerk in 2004 waren de enige Nederlanders, die de Dutch Open op hun naam wisten te schrijven.
Doodzonde dat dit monument in de vaderlandse tennishistorie niet kon worden behouden, maar dit naslagwerk gunt de ware tennisliefhebber nog eens een indringend inkijkje in woord en beeld.

Tennisvereniging Victoria 125 jaar oud 125 jaar jong (2011)
De naam zegt het al: de op een of twee na oudste – daarover heerst tot op de dag van vandaag geen zekerheid – tennisvereniging van Nederland vierde in 2011 het 125-jarig bestaan. In nauwe samenwerking met Pery Bos en Eric van Randwijck stelde ik een boek samen, dat de geschiedenis van deze roemrijke Rotterdamse club weergeeft in al zijn facetten.
Een dergelijk boek vraagt veel speur- en graafwerk. Wij voelden ons soms dan ook heuse monniken. Tal van coryfeeën, van Betty Stöve en Jan Loorbach tot Mark Koevermans, werden geïnterviewd. Dit naslagwerk is rijkelijk voorzien van foto’s, zowel van vroeger als tegenwoordig. In de kantlijn loopt de historie van de vereniging, die ups en downs meemaakte, maar inmiddels al 130 jaar staat als een huis.
Net als voor het boek 50 jaar Dutch Open Tennis droeg ik zorg voor de conceptontwikkeling, de opzet, de meeste interviews, eindredactie en de contacten met de fotografen, lay out en drukkerij.
